Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Er zal geen leeuw zijn, en [26]geen verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen [daarop] wandelen. 25. Dat is, geen duivel zal de gelovigen van den weg der zaligheid trekken en afleiden, hoewel hij altoos rondom gaat als een briesende leeuw, zoekende ons te verslinden. Zie Joh.10:28, en 1 Petr.5:8. 26. Eigenlijk, geen inbreker, of doorbreker der gedierten.